Bekende gezichten

Alle Saffiermedewerkers dragen bij aan een zo fijn mogelijke dag voor bewoners. Zo ook onze collega’s van bijvoorbeeld de receptie, het restaurant en de huishoudelijke dienst. Onmisbare en vaak bekende gezichten die veel betekenen voor iedereen binnen de organisatie. Ze vertellen over hun werkdag.
Image

Receptioniste Patricia: ‘Als ik gepensioneerd ben, word ik hier vrijwilliger’

Zeventien jaar werkt Patricia Verheij nu als receptioniste bij Huize Royal. ‘En nog steeds is geen dag hetzelfde', lacht ze enthousiast. Waarom ze dit werk destijds ging doen? ‘Vanwege het contact met ouderen. Als ik gepensioneerd ben, word ik hier vrijwilliger. Ook nu ga ik in mijn vrije tijd al mee als de bewoners een uitje hebben naar de dierentuin.’ Hoe ziet Patricia’s werkdag eruit?

08.00 Ik schakel de telefoon door naar de receptie, de telefoontjes voor de kantoren van Saffier, die hier ook gevestigd zijn, komen grotendeels hier binnen. De kranten en post verdeel ik over de postvakjes van de bewoners en collega’s. Even de agenda doornemen. Ah, mevrouw Huiskes was gistermiddag wat in de war, even extra opletten.

08.05 Meneer Bol heeft zijn krant gepakt en praat me even bij. ‘De jongeren kunnen slecht lezen en schrijven en dan gaan ze nota bene bezuinigen op het onderwijs…’ Hij schudt zijn hoofd.

09.30 De eerste bewoners komen al naar beneden voor de koffie, maar het is nog geen tien uur. Ik geef hen alvast een kopje. De eerste vragen komen los: ‘Hoe laat heb ik een kappersafspraak?’ Ik zou het niet weten, maar een praatje en wat aandacht blijken ook voldoende. Ik verkoop de eerste kaart met postzegel en een rol pepermunt.

10.45 De koffie met het welbekende koekje is op, de zaal stroomt leeg. Bewoners gaan richting hun activiteiten. Na afloop komen ze zich bij mij opgeven voor het bloemschikken, het uitje en de bingo van volgende week.

12.00 De tafels voor de lunch zijn gedekt, over een halfuurtje zit het restaurant weer vol. Mevrouw Huiskes komt overstuur aan de balie: haar pinpas is geblokkeerd bij de supermarkt. Wat nu? Ik sus haar paniek en bel rustig met de bank. Langzaam kalmeert ze.

12.25 Op weg naar de lunch komen enkele bewoners nog een reparatieverzoek voor de technische dienst bij me indienen. ‘Wanneer komt die monteur dan precies, voor mijn tv? Want ik ben er vanmiddag niet.’ Ik zet het erbij: ‘niet vanmiddag’. Opgelost.

13.30 De tafels zijn weer afgeruimd, de bewoners zijn weer naar boven. Als ze langslopen, besef ik: ik ken ze werkelijk allemaal. Zo leuk! Even de menulijsten voor morgen nakijken van de mensen met een dieet. Zijn ze niks vergeten?

15.00 Theetijd. Bewoners met of zonder bezoek komen weer naar het restaurant. Er is een meneer bij die pas gisteren bij ons is komen wonen. Zijn dochter komt naar me toe en heeft een heleboel vragen: kan haar vader ook op zijn appartement eten, is het gebouw altijd open, mag ze zomaar sleutels bijbestellen? Ze heeft wel een informatieboekje, maar wil het graag even van mij horen. Fijn dat ik haar kan helpen.

16.15 Vlak voordat ik de kas ga tellen, komt mevrouw Winters zeggen dat het wc-papier in het bezoekerstoilet haast op is. Ik geef het meteen door aan de huishouding. Die samenwerking met hen en de horecacollega’s loopt heel prettig. Superbelangrijk.

17.00 Weer naar huis. Ik ben nog nooit één dag met tegenzin naar mijn werk gegaan. Op weg naar de deur stopt meneer Bol me een reep chocola toe. ‘Fijne avond’, zegt hij.

Image

Restaurantcoördinator Danny: ‘Wat iemand lekker vindt, onthoud ik’

Zijn hele loopbaan is Danny Roos (37) al werkzaam in de ouderenzorg. Sinds acht jaar is hij restaurantcoördinator bij Mechropa. Is dat toeval, zijn inzet voor ouderen? ‘Nee. Van kinds af aan ben ik geïnteresseerd in geschiedenis, ook in de vele mooie verhalen van onze bewoners. En ik vind het leuk om iets voor hen te betekenen.’ Lees hier hoe zijn werkdag eruit ziet.


08.00 Ik ben een halfuurtje binnen en ga met een collega de ontbijtronde doen. 70% van mijn werktijd werk ik gewoon mee met mijn collega’s. Onze cliënten revalideren een tijdje in Mechropa, bijvoorbeeld na een hersenbloeding of operatie. Hun ontbijt krijgen ze op de kamer. Van iedereen weet ik wat ze willen eten: de één havermout, de ander roggebrood, een derde twee crackers met stroop... Voor sommigen snijd ik de korstjes eraf of doe ik verdikkingsmiddel door het drinken. Nieuwe bewoners vraag ik wat ze lekker vinden. En ja, dat onthoud ik. De mensen die al vroeg een afspraak bij de fysiotherapeut hebben, geven we als eerste hun ontbijt. De zorgcollega’s hebben regelmatig nieuwe informatie voor ons, het contact met hen is daarom erg belangrijk.

09.30 De ontbijtronde zit erop, we maken de karren schoon en zetten alles klaar voor de volgende dag. Daarna drinken we koffie en gaan we de broodlunch in het restaurant voorbereiden.

11.00 Ik doe de bestellingen voor de volgende dag. Ook het warme avondeten, want dat komt uit de centrale keuken van Saffier.

11.40 Bijna lunchtijd! Ik ben nog bezig met de schaaltjes beleg, als iemand gezellig een praatje komt maken. Dat kan, want we hebben een open keuken. De tafels zijn gedekt, net als thuis zit iedereen te praten. Brood, soep, beleg, melk en karnemelk staan op tafel. Wie wil, laat tegen betaling een vers broodje maken of kan bijvoorbeeld een kroket bestellen. Ik vind het leuk die broodjes te maken en ze dan zelf te brengen. ‘Willem, je broodje carpaccio, precies zoals je het altijd hebt. Alsjeblieft, eet smakelijk!’ Fijn om de mensen te zien genieten, om iets voor een ander te kunnen doen.

13.45 De lunch heeft twee uur geduurd, want die verloopt in twee groepen. Ons restaurant is niet groot genoeg voor iedereen tegelijk. Nu samen afruimen en de boel weer klaarzetten voor morgen. ‘En, gisteren nog gewonnen met voetballen?’, hoor ik opeens. Meneer Alink staat achter me. Hij weet precies dat ik maandags voetbal. Net als ik is hij ADO-fan, altijd leuk om over voetbal te praten met de mannen. Soms moet een nieuwe cliënt even wennen, maar er is altijd iemand in ons team met wie het klikt. Na ontslag lopen sommige mensen nog regelmatig binnen voor de koffie. Dan doen we het goed, denk ik maar.

14.30 Ik trek me terug in mijn kantoortje, een glazen ruimte in de open keuken. Mails, appjes, roosters… dat moet ook gebeuren. Soms ben ik ook betrokken bij projecten, zoals bij aankomende veranderingen. Ik heb bijvoorbeeld meegedacht over duurzaamheid binnen Saffier: hoe kunnen wij daar als horeca aan bijdragen?

16.30 Mijn collega’s verzorgen het avondeten, ik probeer daar eens in de week bij te zijn, dan begin ik ’s morgens laat. Maar voor vandaag zit mijn dag erop.
Image

Huishoudelijk medewerker Nazima: ‘Je maakt altijd even tijd voor een praatje’

Met plezier werkt Nazima Joemmanbaks (54) als huishoudelijk medewerker bij Huize Royal. ‘Vijfentwintig jaar en een paar maanden’, vertelt ze. Tijdens haar jubileum stond de bescheiden Nazima in het middelpunt van de belangstelling. ‘Maar ook op andere momenten voel je je gewaardeerd. Bijvoorbeeld als een bewoner zegt dat hij blij is dat je weer terug bent van vakantie.’ We volgen Nazima op een werkdag.

06.30 Ik doe mijn uniform aan en maak mijn kar met schoonmaakproducten klaar. Vandaag staat de kamer van mevrouw Vink op mijn programma en verder een aantal openbare ruimtes. Ik begin altijd met de toiletten. Ik werk van de vijfde naar de vierde en dan naar de derde etage.

08.00 Pauze. Met ongeveer vijf collega’s – vooral dames – zijn we een gezellig clubje. We doen ook dingen buiten werktijd: naar een kerstmarkt, zelfs een paar dagen naar Parijs, kort geleden. Sowieso vind ik dat we het hier bij Huize Royal allemaal echt sámen doen. En iedereen heeft contact met de bewoners, welke functie je ook hebt.

08.20 Na de pauze zijn de toiletten op de tweede en eerste etage aan de beurt.

09.30 Nu de Revius-zaal, de ruimte waar veel activiteiten plaatsvinden. Wat ik mooi vind aan het werken met ouderen? Ze hebben veel verhalen over vroeger. Over hoe hun leven eruitzag tijdens de oorlog, bijvoorbeeld. Ik heb niet altijd evenveel tijd, maar probeer die wel te maken. Mensen laten ook merken dat ze het fijn vinden om een praatje te maken. Het is fijn iets voor een ander te kunnen betekenen, dat geeft voldoening.

10.00 Het restaurant is ook leuk om te doen, de mensen gaan net aan de koffie. Soms breng ik iemand een kopje cappuccino. Je groet elkaar, iedereen kent me. Doordat ik veel werktijd in de openbare ruimtes doorbreng, ben ik een bekend gezicht. ‘Ah, fijn, ben je weer terug van vakantie? Leuk gehad?’, vraagt mevrouw Jongman. Verschillende andere mensen spreken me ook even aan. Het is belangrijk dat je hier niet met een zuur gezicht gaat rondlopen. Maar dat doe ik niet, de bewoners zijn immers ook aardig!

10.30 Onze eigen koffiepauze.

11.00 Ik ga naar de kamer van mevrouw Vink, ze zit al te wachten. Terwijl ik haar badkamer doe, vertelt ze enthousiast over haar kleindochter uit Utrecht. ‘Ze heeft een nieuwe baan, in Den Haag toevallig. Ze zei dat ze nu wat vaker langskomt.’ Ik ben blij voor haar. Natuurlijk voel je ook mee met de bewoners als het minder goed gaat, iedereen maakt van alles mee. Ook heb ik weleens afscheid genomen van iemand die stervende was en die ik al jaren kende. Dat deed me veel. Werk en privé gescheiden houden is niet altijd eenvoudig. Maar er zijn ook mooie gebeurtenissen: een mevrouw bij wie ik al tien jaar de kamer bijhield, gaf me een cadeautje. Heel lief. Ondanks de regels mocht ik het gelukkig houden van mijn leidinggevende.

12.15 Nog even de toiletten schoonmaken en het halletje.

12.30 Tijd om naar huis te gaan. Ik heb weer prettig gewerkt.
Image

Communicatiemedewerker Sabine: ‘Die dagelijkse contacten zijn belangrijk voor de bewoners én voor mij’

Lang werkte ze in de reclamewereld, nu is ze communicatiemedewerker bij het Regionaal Expertisecentrum Korsakov. Sabine Bingley-Beste (56) ging in 2022 op zoek naar een baan met meer aansluiting met mensen. ‘Dat miste ik. Nu werk ik midden tussen de mensen over wie ik schrijf, erg leuk en afwisselend. Ik denk dat ik door die vele contactmomenten mijn communicatiewerk ook beter doe.’ Sabine beschrijft een werkdag.

08.00 Met mijn beker koffie kom ik binnen. Ik heb een uur reistijd dus ben al vroeg op pad. Mevrouw Buitenkamp zit zoals gewoonlijk al tegenover mijn kamer te wachten. Van achter mijn bureau heb ik zicht op de gang, expres. Mevrouw verveelt zich en denkt elke dag naar huis te gaan. Zo’n vaste overtuiging hoort bij haar ziektebeeld, de hersenbeschadiging Korsakov. Hieraan lijden de bewoners van onze locatie Domus Nostra. Ik heb een stoel neergezet tegenover mijn kamer en een tafeltje, gemaakt op ons Werk- en Creatief Centrum. Dat is een beetje háár stoel geworden. Mijn collega of ik brengen mevrouw daar haar bakje koffie en op maandag de AD-weekendbijlage. 

8.30 Tijd voor de mail. Daarna lees ik op LinkedIn zoveel mogelijk nieuws vanuit het Korsakovnetwerk. Als communicatiemedewerkers delen wij kennis binnen en buiten de organisatie, we moeten daarom goed op de hoogte zijn.

9.15 Mevrouw Buitenkamp is alweer meermaals langsgekomen. Om de bijlage terug te brengen en om te vertellen dat ze gaat zwemmen. 

10.00 Online overleg met de communicatieadviseurs van alle expertisecentra Korsakov. Zo blijven we op de hoogte van relevante ontwikkelingen, innovaties en events. 

11.50 Op weg naar de ontmoetingsruimte voor een beker chocolademelk kom ik mevrouw Van Weel tegen. Als ze mij treft, wrijft ze steevast over de rimpels op mijn voorhoofd. “Je moet niet zo fronsen!” Daar moeten we samen altijd erg om lachen. 

13.00 Ik ga door met mijn communicatiewerk: een foto-expositie organiseren, teksten schrijven, sociale media bijhouden, de nieuwsbrief voorbereiden, vormgeving… 

14.15 Bij de meeste van mijn taken zijn bewoners niet direct betrokken. Maar omdat je er middenin zit, maak je hen van nabij mee. Dat vind ik belangrijk én erg leuk aan mijn werk. Ook krijg ik op deze manier meer kennis: ik weet beter waarover ik schrijf. Als ‘wij van kantoor’ goed inspelen op bewoners ondersteunen we ook onze collega’s op de afdelingen. We stellen mensen gerust, wijzen de weg of bieden een luisterend oor. Contact en vertrouwen zijn belangrijk bij Korsakovzorg, dan kun je veel bereiken met elkaar. Voor de bewoners zelf is het fijn als ze een goed gevoel hebben bij ons.

15.40 Weer verder met mail en taken. Een van de teammanagers komt binnen met een vraag. Ik maak wat notities voor een blog dat ik vanavond op mijn eigen LinkedIn ga plaatsen. Door mijn mooie ontmoetingen met bewoners breder te delen, wil ik de mens achter de ziekte laten zien. En zo helpen Korsakov uit de taboesfeer te halen.

16.30 Tijd om af te sluiten. Mevrouw Buitenkamp vraagt of ze mij morgen weer ziet. ‘Jazeker’, zeg ik. Ze is alweer kwijt dat ze eigenlijk naar huis wilde. Ik kijk ernaar uit dat ze morgen weer op me wacht op haar vertrouwde stoel.
Image

Restaurantcoördinator Francisca: ‘Een uitje naar het restaurant maken wij gezellig voor onze bewoners’

Francisca Visser – de Gelder (46) is restaurantcoördinator op locatie Swaenehove. ‘Ook restaurantmedewerkers zijn belangrijk voor de bewoners. Voor hen is een bezoekje aan het restaurant echt een uitje. Wij maken het zo gezellig mogelijk. Informeren of iemand lekker heeft geslapen of gewoon een praatje maken: dat geeft iemand een goed gevoel.’ Francisca schetst haar werkdag.

08.00 Als ik binnenkom, loop ik eerst even langs de teammanagers. Zijn er nog bijzonderheden? Op onze locatie wonen mensen met dementie, dat vraagt enig aanpassingsvermogen van ons. Soms is iemand ’s nachts gaan dwalen en daardoor overdag erg moe. Of om een andere reden juist onrustig. Zulke bewoners krijgen van ons dan extra aandacht. We hebben allemaal een training ‘sociale benadering dementie’ gevolgd waardoor we onze bewoners nu beter begrijpen.

08.15 Ik start het restaurant op, bak de broodjes af en zorg dat de toonbank er netjes uit ziet. Mijn collega’s starten om 09.30 uur. Als alles klaar is, begin ik aan mijn kantoorwerk: mails, bestellingen, roosters maken… Een collega die morgen moet werken meldt zich ziek. Gelukkig is een ander bereid haar dienst over te nemen. Ik heb een topteam, ze staan altijd voor elkaar klaar. In totaal zijn we met zijn tienen. Zelf ben ik negen jaar geleden als flexer begonnen, toen eerst restaurantmedewerker geworden en nu coördinator. Ik heb mooie stappen gemaakt binnen Saffier. En leidinggeven vind ik leuk.

10.00 Het restaurant gaat open, de eerste bewoners druppelen binnen voor een kopje koffie. In de loop van de dag worden dat er steeds meer. ‘Heb ik al koffie gehad?’, twijfelt mevrouw Vermeer hardop. Ik antwoord: ‘Ja, maar u mag er nog wel eentje!’ Ze kijkt wat bedremmeld en met een knipoog zeg ik ‘ik vergeet ook wel eens wat.’ Samen lachen we erom. Humor vind ik belangrijk in onze dagelijkse contacten.

11.00 Vanuit mijn kantoor zie ik mevrouw Fennema voorbij komen. Zij helpt ons altijd het terras aan te vegen, ze is een bezige bij.

11.30 Koffiepauze voor onszelf. In het restaurant staat de lunch inmiddels klaar. We hebben een ruime keuze aan verse broodjes en ook soep. De meeste bewoners lunchen op hun huiskamer boven, maar als ze bijvoorbeeld bezoek hebben, eten ze samen met hun naasten een lekker broodje in het restaurant. Een mevrouw die hier woont krijgt elke dag haar man op bezoek en dan lunchen ze samen in het restaurant. Mensen vinden het fijn dat wij hen bedienen, ze kunnen echt genieten van een kopje koffie of maaltijd bij ons. En van onze aandacht.

13.00 Samen opruimen, afwassen, de keuken schoonmaken.

13.30 We gaan zelf eten. Meneer Jannink kijkt om de hoek. ‘Komt u er gezellig bij zitten’, zeg ik. Ik weet dat hij dat gezellig vindt. Andersom vinden wij het ook leuk eens aan te schuiven bij activiteiten in de zaal. We verzorgen de hapjes en drankjes, maar spelen graag een spelletje mee.

14.00 Kantoorwerk. En de koffiemachines schoongemaakt en bijgevuld.

15.30 We maken het avondeten warm en dekken de tafels. Een kleine dertig bewoners eet bij ons, de anderen boven. Mijn collega’s verzorgen een heerlijke maaltijd met een lekker toetje en een kopje koffie.

17.00 Naar huis. Mevrouw Fennema schuift de stoelen netjes tegen de tafels aan. ‘Zo!’, zegt ze voldaan.